Jaarklas - Coöperatief leren
Coöperatief leren: leren van en met elkaar.
Bij coöperatief leren, ook wel samenwerkend leren genoemd, gaat het om de samenwerking tussen leerlingen.
Dit wordt gestimuleerd door coöperatieve werkvormen in te zetten, waarbij kinderen in tweetallen of teams werken. De samenstelling daarvan wisselt geregeld. De kinderen discussiëren samen over de leerstof, ze geven elkaar uitleg en informatie en vullen elkaar aan. Zij zoeken samen naar een oplossing en helpen elkaar.
De gedachte achter samenwerkend leren is dat alle kinderen hiervan leren; cognitief én sociaal. De zwakkere leerlingen, doordat ze extra uitleg krijgen, overleggen, mee worden genomen en aangemoedigd worden. De sterke leerlingen, omdat zij de stof op een hoger niveau leren beheersen als ze het aan anderen uitleggen.
Niet alleen de lesstof is belangrijk, maar ook de samenwerking. Er is dus sprake van een cognitief en een sociaal doel. De achterliggende gedachte van coöperatief leren is dat kinderen niet alleen leren van de interactie met de leerkracht, maar ook van de interactie met elkaar.
Coöperatief leren stimuleert de betrokkenheid en een actieve deelname van alle leerlingen. Er is veel variatie in werkvormen. Voorbeelden van coöperatieve werkvormen zijn: dubbelrij, mix en koppel, rondpraat op tijd.
Het samen leren bevordert ook de sociale vaardigheden en draagt daardoor bij aan een goede en prettige sfeer in de groep.
Coöperatief leren is ook een effectieve vorm van klassenmanagement, want de leerkracht maakt gebruik van het vermogen van leerlingen om elkaar te helpen en ondersteunen. En uit onderzoek is gebleken dat het vaak ook een positieve invloed heeft op het zelfvertrouwen van de leerlingen.
Bij coöperatief leren is de hele klas actief bezig met de leerstof en de leerlingen leren van en met elkaar.